Nikai 4 Life 
/

De stichting tegen Rhabdoïde Kinderkanker!  

 

Crispr onderzoek


Een groot probleem in het behandelen van (rhabdoïde) tumoren is dat ze snel ongevoelig worden tegen de gegeven medicijnen. Dit kan voorkomen/vertraagd worden door te behandelen met meerdere medicijnen tegelijk. Dit kan echter ook weer tot verhoogde toxiciteit leiden. Het is dus belangrijk om patiënten tebehandelen met een mix van medicijnen die zo specifiek mogelijk de tumorcellen remmen. Het is zeer aannemelijk dat rhabdoïde tumoren snel ongevoelig worden tegen de medicijnen die we tot nu toe hebben gevonden. Aangezien deze medicijnen wel heel specifiek de tumorcellen remt willen we in dit project een combinatietherapie ontwikkelen uitgaande van deze medicijnen. We willen dit doen door gebruik te maken van de zogenaamde CRISPR-technologie. Deze genoommodificatie technologie stelt ons in staat om met hoge specificiteit veranderingen in het genoom aan te brengen en zo de functie van specifieke genen te bestuderen. Door gebruik te maken van CRISPR-libraries kunnen we 5000 genen tegelijkertijd modificeren. Door dit te doen in de aan- en afwezigheid van de door ons geselecteerde medicijnen hopen we genen te vinden waarvan inhibitie in combinatie met het medicijn met name toxisch is voor de tumorcel. Dit wordt “synthetic lethality” genoemd. Vervolgens zullen we bestuderen wat hiervan het achterliggende mechanisme is. Deze informatie is van essentieel belang voordat een medicijn de kliniek in mag. De vergaarde resultaten zullen tevens dienen als springplank naar andere soorten kinderkanker.


Start: Voorjaar 2020 

Looptijd: +/- 3 jaar 

Status: Afgerond 

Kosten: circa € 250.000


Evaluatie-resultaat

Er lijkt een positief effect te zijn van toevoeging van het medicijn aan de chemotherapeutica
(vincristine, doxorubicine). Het extra effect is echter klein en ook zien we dat de meeste tumoren
ongevoelig worden en uiteindelijk weer gaan groeien. Het is bekend dat rhabdoïde tumoren vaak
ongevoelig worden tegen gegeven therapieën. 
Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of het in het geval van ons experiment wellicht een technische
oorzaak heeft (bijvoorbeeld door het gebruik van een te lage dosering), of dat er een biologische
verklaring voor is. 

Daarnaast hebben we contact opgenomen met een onderzoeksgroep uit Institut Curie (Parijs) die een
medicijn hebben beschreven met een mogelijk zelfde mechanisme. Samen gaan we onderzoeken
waarom MRT modellen in de meeste gevallen gevoelig zijn, maar ook weer ongevoelig worden.